Een diepvrieskist met citroenhaaien

Tijger-haai

WE GAAN naar de haaien, omdat de tentoonstelling zo heet: Naar de haaien. We zien ze in verschillende dozen. De haaien in het Pieter Vermeulen Museum in IJmuiden zijn levenloos, dus een aquarium staat er niet….

Twee tv-toestellen tonen voortdurend beelden van een kooi met een duiker, die haaien met aas aan het sarren is. Op een derde scherm draait, als erom gevraagd wordt, de schitterende BBC-documentaire De duistere wereld van de haaien. De maker ging ooit in de fout door tijdens een duik het gedrag van een rifhaai verkeerd te lezen. Hij had aan de felle, korte bewegingen moeten zien dat de haai klaar was voor de aanval. Resultaat: een hap uit zijn arm. De film begint met een scène waarin de maker die fout opnieuw maakt, ditmaal expres, en met een maliënkolder aan.Tot slot zijn er de dozen van glas met onderdelen van haaien op sterk water: een lever, een kop, en een compleet haaitje.

De meeste haaien staan op panelen, prachtig geschilderd door Lammert Joustra en Henk Homan. Beknopte teksten maken duidelijk wat een bijzondere diersoort het is. De eerste haai zwom al vierhonderd miljoen jaar geleden op aarde rond – lang vóór de komst van de eerste dinosaurus. Haaien worden dan ook levende fossielen genoemd.Bijzonder is dat haaien zijlijnorganen hebben, een zesde zintuig dat kleine drukverschillen in het water kan registreren, en zelfs geluidsgolven op anderhalve kilometer afstand.

Een tweede extra zintuig wordt gevormd door de ampullen van Lorenzini, boven de haaienbek, waarmee elektrische spanningen worden waargenomen, zo klein als een miljoenste volt. Ieder levend wezen, ook de prooien van een haai, zendt elektrische signalen uit.Opvallend was de toevallige vangst, in 1976, van de bemanning van een marineschip. Tegelijk met het anker haalde ze een onbekende vis naar boven die later Grootbekhaai gedoopt zou worden. In de BBC-film is een onschuldige, plankton etende Megamouth (met grote lippen) te zien; een van de drie exemplaren die na 1976 nog zijn gesignaleerd.De tentoonstellingmakers lijken twee angsten te hebben. Dat het publiek Jaws aanziet voor een natuurdocumentaire en dat daarin geen verandering is gekomen als we weer buiten staan.

‘Er zijn 350 soorten haaien bekend, verreweg de meeste zijn voor de mens ongevaarlijk.’ ‘Er zwemmen miljoenen haaien in de oceanen rond en per jaar worden er naar schatting niet meer dan honderd mensen aangevallen, van wie er 25 tot 30 bezwijken.’ ‘In 80 procent van de gevallen kwam de haai na de eerste beet in een mens niet terug.’ (De scenarist van Jaws zou schrijven: zeker 5 tot 10 procent van de aangevallen mensen sterft al na één beet.) ‘Op de gevaarlijkste stranden (Australië) is de kans om te verdrinken zelfs vijftig keer groter dan de kans op een haaienbeet.’

‘De gevaarlijkste haaiensoorten, zoals de Witte Haai en Tijgerhaai, hebben mensen niet op het menu staan. (. . .) Als haaien mensen aanvallen, spugen ze ze eigenlijk altijd weer uit. Waarschijnlijk ontdekt de haai zijn vergissing. Misschien zijn mensen niet vet genoeg.’Andere titel voor deze fraaie expositie: We gaan niet naar de haaien.

Hier het stuk op de Volkskrantsite.